Algemene informatie » Hoe leer ik voor een toets?

1. Het leren voor een toets begint bij het maken van opdracht 1 in je boek. Maak aandachtig de opdrachten en bedenk na iedere opdracht wat je vanaf nu moet kennen en kunnen. Probeer daarom echt de opdracht en / of bijbehorende formule volledig te begrijpen. Dit scheelt enorm in je leerwerk.
 
2. Leer de theorie uit de paragrafen zelf en kijk daarbij goed naar de voorbeelden. Werk je uit het digitale boek? Bekijk de filmpjes met theorie! Let met Moderne Wiskunde 10e editie op dat tekst in een andere kleur dat niet apart in een blok staat, ook theorie is. Leer dus niet de samenvatting, dit is meestal korter opgeschreven en met minder voorbeelden. In de samenvatting staan echter soms andere voorbeelden dan bij de theorie in de paragrafen zelf. De samenvatting is meer om in de pauze nog even over te kijken.
 
3. Kijk in je schrift naar aantekeningen die je gemaakt hebt en naar opdrachten van het huiswerk die je fout had. Omdat je met een andere kleur hebt nagekeken, kan je deze opdrachten snel vinden.
 
4. Maak een samenvatting en / of een mindmap van wat je moet kennen en kunnen. Als je het werkboek hebt van Moderne Wiskunde: daar zit er een 'Maak je samenvatting' in voor elke oefentoets, die je wat op gang helpt. Er is geen nakijkmodel voor deze pagina's.
 
5a.  Moderne wiskunde: Maak de opdrachten in de Samenvatting, Test jezelf en/of het Oefenproefwerk (zit in het werkboek), kijk ze na afloop goed na met het antwoorden- of uitwerkingenboek. Wat je fout deed, oefen je opnieuw, bijvoorbeeld met de Extra Oefening die achter de Test Jezelf zit.
Getal & Ruimte: Maak de Diagnostische toets en kijk deze goed na.
5b.  Heb je toegang tot de digitale opdrachten, kun je daar natuurlijk ook mee oefenen. Ook is er dan meestal een digitale Test jezelf.
 
6. Wat je fout had bij het maken van puntje 5, daar moet je je vooral op concentreren bij het verder leren.


Wat kan je verder nog doen om een hoger cijfer te halen (tijdens de toets):
Zorg dat je je potlood, liniaal (geodriehoek), gum, twee kleurpotloden en, indien nodig, je rekenmachine en je passer bij je hebt.
Schrijf met potlood, blauwe of zwarte balpen (dus geen gelpen).
Teken altijd met potlood.
Lees de vragen van de toets rustig en nauwkeurig en geef (alleen) antwoord op wat er gevraagd wordt!
- Vergeet je berekening/uitleg/bewijs en je eenheden (cm, m2, kg, km/u, €) niet!
Controleer als je klaar bent of je elke (sub)vraag beantwoord hebt.