Rekenen » Negatieve getallen & groter dan en kleiner dan  


Inhoud

1. Wat is een negatief getal?
2. Groter dan en Kleiner dan
3. Negatieve getallen optellen en aftrekken
4. Negatieve getallen vermenigvuldigen en delen

1. Wat is een negatief getal?

Negatieve getallen gebruiken we onder andere met temperatuur.
Onder 0 °C begint het te vriezen en tellen we door met –1 °C, –2 °C, enzovoort.
Plaatje van thermometers, positief is boven nul, negatief is onder nul. Nul is neutraal.

Neutraal

Het getal 0 is niet positief en niet negatief, maar NEUTRAAL.

In België en Frankrijk niet.
Daar vindt men het getal nul, en positief en negatief.
Getallen boven nul noemen ze dan 'strikt' positief en onder nul 'strikt' negatief.

Tegengestelde

Positieve en negatieve getallen zijn elkaars tegengestelde.
Het tegengestelde van 3 is –3.
Het tegengestelde van –7 is 7.

2. Groter dan en Kleiner dan

Op de getallenlijn liggen negatieve getallen links van de nul.

Des te meer naar links het getal op de getallenlijn, des te kleiner het getal (getallen lijn van klein links naar groot rechts

–5 is kleiner dan 4, want –5 ligt links van 4 op de getallenlijn.
–1 is groter dan –3, want –1 ligt rechts van –3 op getallenlijn.

Voor kleiner dan wordt het teken < gebruikt.
Voor groter dan wordt het teken > gebruikt.

Ezelsbruggetjes zijn:
1. Je kan van < een K van kleiner dan maken.
2. De richting van < en > wijst altijd naar het kleinste getal.
3. Het teken hapt naar het grootste getal.

3. Negatieve getallen optellen en aftrekken

Onthoud het volgende:
+ – is hetzelfde als –
– – is het zelfde als +

Voorbeelden
5 + 7 = 12
5 + –7 = 5 – 7= –2 (je telt hier –7 op bij 5)
5 – –7 = 5 + 7 = 12 (je trekt hier –7 af van 5)
–8 + 3 = –5
–8 + –3 = –8 – 3 = –11
–8 – –3 = –8 + 3 = –5

Vind je het echt moeilijk?

Optellen is naar rechts op de getallenlijn en aftrekken is naar links

Bij + ga je naar rechts op de getallenlijn.
Voorbeeld, de rode pijl. 0 + 6 = 6
Bij – ga je naar links op de getallenlijn.
Voorbeeld, de blauwe pijl, 6 – 5 = 1
Probeer nu de bovenstaande voorbeelden precies zo met de getallenlijn te doen.

4. Negatieve getallen vermenigvuldigen en delen

Onthoud het volgende:

positief × positief = positief positief : positief = positief
positief × negatief = negatief positief : negatief = negatief
negatief × positief = negatief negatief : positief = negatief
negatief × negatief = positief negatief : negatief = positief
 
Voorbeelden
5 × 6 = 30
5 × –6 = –30
–5 × 6 = –30
–5 × –6 = 30
20 : 4 = 5
20 : –4 = –5
–20 : 4 = –5
–20 : –4 = 5


Naar boven