Breuken » Vereenvoudigen

Een breuk vereenvoudigen wordt gedaan door de teller en de noemer van een breuk door hetzelfde getal te delen, zonder dat daarbij kommagetallen ontstaan.
De breuk die ontstaat geeft nog dezelfde verhouding aan, maar is eenvoudiger.
Je bent klaar met vereenvoudigen als je de teller en de noemer niet meer kan delen door eenzelfde getal zonder dat er kommagetallen ontstaan.

Het is netjes om helen eruit te halen.
Bij 558 is meer voor te stellen dan bij 458.

Voorbeelden
1560 = 14   Je deelt teller en noemer beide door 15.
2863 = 49   Je deelt teller en noemer beide door 7.
233 = 723   Je haalt 213 = 7 uit de breuk.

Let op:

Als je bij het bovenste voorbeeld eerst door vijf deelt (1560 = 312) moet je in de gaten houden dat je nog niet klaar bent, omdat je in 312 de teller en de noemer allebei nog door 3 kan delen. Zo krijg je 1560 = 312 = 14.

Vereenvoudigen in de DWO

Sommige wiskundemethoden vinden het goed dat je antwoord in een onechte breuk. Het kan voorkomen in de DWO dat je bij 157 toch een geel vinkje krijgt terwijl er niet verder vereenvoudigd hoeft te worden. Haal in dat geval de helen eruit en vul 217 als antwoord in.